- De Nederlandse boerensector is vooral gefocust op de export.
- Het merendeel van wat Nederland zelf eet, wordt geïmporteerd.
- Een afname in stikstofuitstoot kan soms juist samengaan met nieuwe vormen van landbouw.
Ja, de maatschappij kan niet zonder boeren. De precieze boekhouding van Nederlandse productie, consumptie en export is echter bijzonder genuanceerd. Als er één conclusie te trekken valt, is het dat de Nederlandse bevolking weinig terugziet van wat de Nederlandse landbouw produceert.
Het klopt dat Nederland wereldwijd de nummer twee is in landbouwexport (in financiële waarde gemeten), alleen verslagen door de vele malen grotere Verenigde Staten en op de hielen gevolgd door Duitsland, Brazilië en China. In 2019 exporteerden we 94 miljard euro aan landbouwgoederen, wat tegen 2021 zelfs gestegen was tot meer dan 100 miljard euro (door een combinatie van extra uitvoer en inflatie).
Deze bizarre prestatie van ons kikkerlandje beaamt hoe intensief onze landbouwsector is. Overigens zitten er wel wat haken en ogen aan deze statistiek. Zo wordt de prijzige handel in bloemen meegerekend, net als de waarde van buitenlandse goederen die slechts doorgevoerd worden naar andere landen (‘wederuitvoer’). Als je het over de agrarische ‘exportverdiensten’ hebt, oftewel de winst voor Nederlandse bedrijven, kom je uit op 42 miljard euro. Het CBS stelt dat 76% van alle inkomsten van de landbouwindustrie uit de export komt.
Relevanter voor het stikstofdebat is niet zozeer dat economische verhaal, maar de eindbestemming van de in Nederland geproduceerde, dierlijke levensmiddelen. Maar liefst 94% van onze melkpoeder, 78% van ons rundvlees, 78% van ons vogelvlees, 76% van onze kaas, 50% van onze eieren, 43% van ons varkensvlees, 40% van onze consumptiemelk en 41% van onze overige zuivel gaat naar het buitenland. Dat, terwijl deze sector meer dan de helft van alle landbouwgrond inneemt en bijna 90% van onze ammoniakuitstoot (NHX) veroorzaakt.
Het idee dat de Nederlandse veestapel voornamelijk onze eigen behoefte dient, klopt dus niet. Omgekeerd is Nederland ook een van de grootste landbouwimporteurs (in financiële waarde gemeten nummer vijf op de wereldranglijst). Driekwart van wat Nederland daadwerkelijk eet, komt juist uit het buitenland. Dat komt gedeeltelijk door de vraag naar exotische producten, maar zelfs 60-70% van onze eigen zuivelconsumptie is import!
Het idee dat de stikstofdoelen ten kosten moeten gaan van de boeren, is daarnaast überhaupt veel te kort door de bocht. Aan het verkleinen van de veestapel ontkomen we waarschijnlijk niet, maar er zijn meer dan genoeg mogelijkheden voor andere inkomstenbronnen. We lopen de mogelijkheden kort af.
Technologische innovaties kunnen de uitstoot van ammoniak (NHX) uit de veeteelt verminderen door het afvoeren van uitwerpselen en het filteren van de lucht. Overigens moet opgemerkt worden dat de resultaten hiervan in de praktijk vaak tegenvallen. Dat kan komen doordat de bediening en het onderhoud ervan te veel tijd vragen en daarom verwaarloosd worden. Er zijn ook incidenten geweest waarbij bleek dat boeren gesubsidieerde apparaten niet aanzetten omdat ze veel energie kosten. Lees voor een uitgebreidere beschouwing ook dit artikel van de Volkskrant.
Kweekvlees: het klinkt misschien niet heel smakelijk, maar deze nieuwe technologie zou zomaar de sleutel tot milieuvriendelijk vlees kunnen zijn. In plaats van vlees te halen uit dieren, wordt kweekvlees vanuit celculturen gegroeid. Een soort klonering dus. Deze techniek is oorspronkelijk ontwikkeld als een veelbelovende oplossing voor andere milieuvraagstukken, zoals de uitstoot van het broeikasgas methaan (CH4) en waterverbruik. Gezien de productie van kweekvlees niet in de buitenlucht plaatsvindt, is óók stikstofuitstoot een veel minder groot probleem. Check ook eens dit korte artikel van Trouw of dit artikel van Change Inc.
Bij de teelt van planten gaat minder stikstof verloren dan in de dierhouderij. Per de cijfers van het CBS gaat jaarlijks 700 kilo stikstof naar veehouderij, waarvan slechts 200 kilo wordt omgezet in menselijke producten (~30%). Daarentegen verbruikt de akkerbouw 600 kilo stikstof, waarvan 350 kilo vastgelegd wordt in producten (~58%)! Als je specifiek kijkt naar het verlies naar de lucht, de voornaamste bedreiging voor stikstofgevoelige natuurreservaten, doet de akkerbouw het eveneens iets beter dan de veeteelt.
Ook qua voedselveiligheid, iets waar boerenlobbyisten het vaak over hebben, is het juist goed om meer plantaardig voedsel te verbouwen. Een bekend vuistregeltje uit de ecologie is dat 100 kilo planten 10 kilo planteneters kan onderhouden, en dat die 10 kilo planteneters 1 kilo vleeseters kan voeden (’trofische efficiëntie’). Er is inderdaad een mondiale uitdaging op het gebied van voedselvoorziening, maar kiezen wij ervoor om die op te lossen als herbivoren of als carnivoren?
De efficiëntie van akkerbouw kan verder verbeterd worden door de gebruikelijke monoculturen (één gewas per veld) te vervangen door polyculturen (meerdere gewassen per veld). Verschillende plantensoorten hebben immers verschillende wortelstructuren en halen zo voedingsstoffen uit verschillende lagen van de bodem. De winst is optimaal wanneer daarbij gebruik gemaakt wordt van meerjarige gewassen, zoals fruitbomen. Een bijkomend voordeel is dat plagen zo minder snel uitbreken. Eén vorm hiervan, strip cropping of strokenteelt, is ook geschikt voor bestaande oogstmachines en verhoogt de opbrengst met tot wel 20-25%!
In de laaggelegen, drassige delen van Holland en Fryslân is de teelt van ‘normale’ gewassen een uitdaging. Daarom worden deze regio’s gedomineerd door de melkveehouderij. Inmiddels hebben organisaties zoals het Veenweiden Innovatiecentrum Zegveld, Wij.Land, stichting Land van Ons en het Louis Bolk Instituut echter jarenlange ervaring met het verbouwen van moerasplanten zoals cranberry, bosbessen, blauwe bessen, boekweit, lisdodde, waterkers, watermunt, mierikswortel, lupine, huttentut, gagel… Zo kan je ook nog eens bodemdaling voorkomen. Akkerbouw in het laagland, het kan echt!
MEER WETEN? 》De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband (Jukema et al., 2020) 》De landbouw in de Nederlandse economie: de verwevenheid met de rest van de economie en het buitenland (CBS, 2020) 》Voedsel in Nederland: verduurzaming bewerkstelligen in een veelvormig systeem (PBL, 2018) 》Environmental Impacts of Cultured Meat Production (Tuomisto & Teixeira de Mattos, 2011) 》Temporal niche differentiation increases the land equivalent ratio of annual intercrops: A meta-analysis (Yu et al., 2015) 》Verkenning naar de potentie van agroforestry als oplossingsrichting voor de stikstofproblematiek in de provincie Zeeland (Fuchs et al., 2021) 》Agroforestry: Classification & Management (MacDicken & Vergara, 1990) 》Het voedselmoeras is een alternatief voor de veenweide: ‘de lisdoddechips smaakte heerlijk’ (Moons, 2021) 》De Vrouw Vennepolder moet een voorbeeld voor de wereld worden (Wesseling, 2021) |