Na vier gespannen jaren is het een synoniem voor polarisatie en moedeloosheid: stikstof. Eén uithoekje van Nederland bewijst echter dat dat niet zo hoeft te zijn. Al in 2015 zette Schiermonnikoog de eerste dappere stappen op weg naar een natuurvriendelijke en toekomstbestendige manier van boeren. Een proces dat zeker niet gemakkelijk was, maar dat wel hoop biedt aan de rest van het land.
Klein Nederland
Wie op een kille, winterse dag in de haven van Harlingen staat, kent de kracht van de zee maar al te goed. En toch ligt het vasteland alleszins in de luwte: het natuurgeweld dat de kust bereikt, moet eerst langs de Waddeneilanden. Wanneer Moeder Natuur een noordwesterstorm in petto heeft, krijgen de Wadden ‘m als eerste en het zwaarst te verduren. Het is onze nationale voorhoede.
Ook de maatschappelijk wind die in Nederland waait, voel je het beste op de eilanden. Neem Schiermonnikoog, de allerkleinste gemeente van de Lage Landen. Het dorp kan je in vijf minuten doorkruisen, iedereen kent iedereen. Dat betekent dat sociaal-politieke kwesties een extreem persoonlijk karakter hebben en flinke schokgolven teweegbrengen in de gemeenschap. En toch zit juist hier de ‘poldermentaliteit’ sterk ingebakken in de lokale cultuur. Je bent altijd aangewezen op elkaar: samenhorigheid is van levensbelang.
Van oeros naar melkkoe
De Waddeneilanden mogen dan wel een toeristenoord geworden zijn, maar de roots van de gemeenschap zijn agrarisch en zelfvoorzienend. Honderd jaar geleden was de omdijkte Banckspolder een lappenpolder van weides en akkertjes en ook veel dorpelingen deden aan kleinschalige landbouw naast hun reguliere werk.
Daarbij werd ook volop gebruik gemaakt van het kwelder, het zoutmoeras dat direct aan het wad grenst. Sinds jaar en dag mogen jonge koeien hier grazen. Dat is niet alleen gunstig voor de boeren, maar het simuleert ook de impact die oerossen in een ver verleden hadden op de vegetatie. Ecologisch gezien is dat erg wenselijk. Zoals bijvoorbeeld op de Veluwe en in de Achterhoek ook het geval was, werd er helemaal geen onderscheid gemaakt tussen het menselijke en het natuurlijke.
Aansluiting en ontkoppeling
Toen de circa vijfhonderd huishoudens van Schiermonnikoog na de Tweede Wereldoorlog aangesloten werden op de wereldeconomie, veranderde deze relatie fundamenteel. Voortaan verdween de oogst met de veerboot naar het vasteland, die vervolgens terugkeerde met producten die elders verbouwd waren. Opeens moesten de boeren op dit onstuimige eilandje concurreren met heel Europa. Schaalvergroting bleek het antwoord voor deze uitdaging. Bijgevolg zijn de ‘dorpsboeren’ geheel verdwenen, terwijl het aantal ‘polderboeren’ gedaald is tot een schamel zevental.
Ook tijdens deze fase van intensivering en specialisatie diende Schiermonnikoog als een soort diorama voor Nederland in zijn geheel. Om de productiviteit van de zanderige en zilte bodem te verhogen, ontwikkelde Schiermonnikoog een kunstmestverslaving. Medio jaren ’80 werd nergens zoveel stikstof uitgereden als hier. Ook de veedichtheid behoorde tot de hoogste in heel Fryslân. De melkproductie, nu de dominante vorm van landbouw op Schiermonnikoog, ging van minder dan een miljoen liter anno 1950 naar ruimschoots vijf miljoen liter anno 2020.
Melkveerevolutie
De roemruchtige ‘stikstofcrisis’ brak uit in 2019, toen de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) onwettelijk verklaard werd door de Raad van State. De PAS-regeling ging te soepel om met het verstrekken van vergunningen voor bedrijven die de natuur schaden. Ironisch genoeg begon de uiterst succesvolle stikstoftransitie op Schiermonnikoog veel eerder, juist dankzij de PAS.
De flora van Europa is geëvolueerd met de strijd om nutriënten als belangrijkste vorm van selectiedruk. De meeste planten verminderen hun bovengrondse groei ten gunste van hun wortelstelsel. Een handjevol soorten, waaronder netels en bramen, heeft zich aangepast aan voedselrijke bodems. Van origine waren die zeldzaam, maar door het neerdalen van stikstof overwoekeren zij tegenwoordig al het andere. Dat heeft grote gevolgen voor alle schimmels, insecten, amfibieën, vogels en zoogdieren die daar leven. Elders op stoftotnadenken.nu leggen we dit in meer detail uit.
Zelfs met de lakse PAS-normen was duidelijk dat de intensieve veeteelt in de Banckspolder de biodiversiteit in de duinen en op het kwelder, op een letterlijke steenworp afstand, onder druk zette. Al in 2014 dreigde het doek dan ook te vallen voor de laatste Schierse boeren. Collectief vroegen zij toen om uitstel van executie: zouden ze eens kans krijgen om een alternatief, natuurvriendelijk bedrijfsmodel op te stellen?
Schoorvoetend ging de provincie akkoord en werd er een belletje gepleegd naar Jan Willem Erisman. De Leidse professor had het merendeel van zijn carrière besteed aan het bestuderen van stikstofdepositie en bovendien aan het onderzoeken van potentiële oplossingen. In 2022 deed Erisman verslag van zijn ervaringen op Schiermonnikoog in het boek ‘De Melkveerevolutie’.
Biologische zuivel
Intuïtief zijn we geneigd om een andere logica toe te passen op de landbouw dan op de natuur. Dat geldt ook binnen de agrosector, waar boerenbedrijven meer als voedselfabriekjes gezien worden dan als een netwerk van levende wezens. Het verschil is echter arbitrair. Door minder stikstof op het land te brengen, komt er meer diversiteit in de bodemgemeenschap. In zo’n soortenrijk ecosysteem komen explosieve plagen en ziektes minder voor. De jaarlijkse oogst is weliswaar kleiner, maar op lange termijn scheelt het onkosten. Het netto resultaat: een grotere winstmarge, met een waslijst aan maatschappelijke voordelen.
Als Erisman de boeren voor het eerst vertelt over de principes van natuurinclusieve landbouw, zijn alle partijen direct enthousiast. Om ervoor te zorgen dat het draagvlak niet zou afbrokkelen, kregen de boeren zelf de flinke inspraak en verantwoordelijkheid. Erisman bood slechts technische ondersteuning. De eerste concrete oplossing die ze samen verkenden, is die van het biologische label. Het is een certificaat dat extra voordelen biedt: FrieslandCampina garandeert een afzetmarkt en een gunstige inkoopprijs.
‘Biologisch’ is een juridisch beschermde naam met vaste eisen. Zo moet veevoer grotendeels ter plekke geproduceerd worden. Dat is lastig op Schiermonnikoog, wat te maken heeft met de hongerige ganzen die ieder voorjaar neerstrijken op het eiland. Eén bedrijf in het specifiek zou het financieel zwaar krijgen door de onvermijdelijke inkrimping van de veestapel. Dat, terwijl de afspraak ‘samen of anders niet’ was. Zo snel als het ter tafel kwam, zo snel werd er een streep door gezet.
Lange adem
Zonder het bio-vinkje is krijgen de boeren geen hogere prijs voor hun melk van FrieslandCampina. Alleen inzetten op de lastenvermindering die bij biologische landbouw hoort, vonden de boeren een te groot risico. Al snel werd duidelijk dat er maatwerk nodig was om het draagvlak voor de transitie te behouden. De boeren hadden wel een idee: een eigen kaasfabriekje op Schiermonnikoog, om zélf een hoogwaardig streekproduct te maken en te verhandelen. Erisman doet het rekenwerk en jazeker: de boeren zouden hun melkproductie 30% kunnen terugschroeven en alsnog quitte spelen zo. In de zomer van 2016 treden de boeren naar buiten met een officiële intentieverklaring. De finish lijkt in zicht.
Dat is wanneer het opeens spaak loopt. Niet met een knal, maar met een sisser. Het uitgangspunt van het hele proces was dat iedere boer soeverein is over zijn eigen bedrijfsvoering. Dat die reductie van 30% evenredig wordt verspreid over de bedrijven, staat dan ook niet vast. Er ontstaat een soort koude oorlog, waarbij iedere boer het vertikt om aan te geven hoeveel ze willen bijdragen aan de totale opgave. De beoogde geldschieters voor de zuivelfabriek – FrieslandCampina, Rabobank en het Ministerie – worstelen met hun interne regels en bureaucratie, die niet goed berekend zijn op dit soort initiatieven. En wie gaat eigenlijk tijd vrijmaken in zijn agenda voor het opereren van die zuivelhoeve?
In de loop van 2017 en 2018 blijkt dat het betrekken van de vrouwen en kinderen van de boeren helpt bij het onderlinge contact en het verkennen van mogelijkheden. Ook bezoekjes aan natuurinclusieve boeren op het vasteland geven inspiratie en houden de moed erin. Toch blijft het een kleine wereld, Schiermonnikoog. Wanneer de enthousiaste inwoners van Schiermonnikoog goedbedoeld vragen waarom het proces zo langzaam gaat, frustreert dat de interne onderhandelingen weer. Idem voor de ambtenaren in Leeuwarden en de top van Natuurmonumenten, wiens geduld langzaam maar zeker op is. Zelfs de aanleg van een bushalte weet de relatie tussen de boeren en de gemeente te verzuren. Twee stappen vooruit, één achteruit.
Stikstofkoorts
De boerencultuur is een afgeschermd wereldje, met eigen nieuwskanalen en al. Binnen die kringen klinken conservatieve stemmen het luidst: de gemiddelde agro-influencer is niet vies van een beetje stikstofscepsis. Dat was altijd al zo, maar na het stikstofvonnis in 2019 escaleert dat tot een continue stroom van desinformatie, aangewakkerd door onder meer JA21-prominent Jan Cees Vogelaar. Tractoren blokkeren snelwegen, vlaggen worden ondersteboven gehesen. Zelfs op de boerenerven van Schiermonnikoog wappert het blauw-wit-rood.
De nieuwe wind die waait in boerenkringen is er eentje van krampachtig verzet. Niet bepaald gunstige omstandigheden voor een bottom-up cultuurwijziging zoals op Schiermonnikoog. Enkel een paar kleine, toevallige doorbraken bij de conceptualisering van het kaasmerk houden het project anno 2019 op de rails.
Wanneer de onteigening van grote vervuilers ter sprake komt in de landelijke media, schudt dat de boeren van Schiermonnikoog uit hun impasse. Begin 2020 worden allen lid van hun eigen Zuivelcoöperatie Schiermonnikoog, een jaar later worden de individuele toezeggingen eindelijk gefinaliseerd. In september 2021 wordt een transitievergoeding veiliggesteld vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie. Diezelfde maand nog kunnen de boeren het allereerste kaaswiel ‘Van Schier’ aansnijden.
Lering trekken
Al met al heeft de stikstoftransitie op Schiermonnikoog bijna zeven jaar in beslag genomen. In zijn boek blikt Erisman uitgebreid terug op de verschillende factoren die het proces samen vormgegeven hebben. De sleutel tot succes? Erisman blikt in ieder geval dankbaar terug op de expertise die externe bioboeren geboden hebben. Het betrekken van het hele boerengezin hielp met het creëren van draagvlak en het verminderen van spanning tussen de bedrijven. En bovenal hielp het dat de boeren een goed geïnformeerd waren over mogelijke toekomstscenario’s: de gevaren van het voorzetten van stikstofintensieve landbouw en de voordelen van biodiverse bedrijfsvoering.
Voorzichtig worden de lessen van Schiermonnikoog tegenwoordig elders toegepast, zoals ook terug te lezen is op de website van Erisman. Iedere regio heeft unieke uitdagingen en de weg naar oplossingen is vaak onduidelijk en vol obstakels. Toch biedt Schiermonnikoog hoop aan de rest van Nederland. De wind die waait op de Wadden, waait uiteindelijk ook aan wal. En momenteel is dat er eentje van duurzaamheid en samenwerking.